Iedere automotor is uitgerust met tal van sensoren voor het regelen van de temperatuur, uitstoot en de timing van de ontsteking. Een daarvan is de klopsensor of pingelsensor. Hij kan worden gezien als een microfoontje dat geluiden en trillingen opvangt, die veroorzaakt worden door het kloppen oftewel pingelen van de motor.
De klopsensor vangt onregelmatige trillingen van het motorblok op, zet deze om in een elektronisch signaal en zendt dit naar de ECU. De boordcomputer bepaalt adhv deze informatie of de ontstekingstiming moet worden aangepast voor een optimale werking.