Verlichting automaterialen

Het verlichtingssysteem omvat verlichting, lampen, peertjes en hun componenten. Deze onderdelen verlichten het gebied voor de auto en in de passagiersruimte 's nachts of bij slechte weersomstandigheden, en dienen als waarschuwingen en signalen, bijvoorbeeld door de afmetingen van het voertuig duidelijk te maken aan andere bestuurders of hen te waarschuwen over het voornemen om af te slaan of van rijstrook te veranderen.

De onderdelen van een verlichtingssysteem

De voornaamste verlichtingselementen zijn:

• Lichten (lampen). Deze bestaan uit een behuizing, een reflector en een verstrooier. Er zijn ook fittingen om de lichtbronnen, te weten peertjes, vast te maken en van stroom te voorzien. Sommige soorten producten hebben een speciaal scherm om een lichtstraal te vormen en een lens die voor de verspreiding zorgt. De fittingen zijn verbonden met de contacten, die gebruikt worden om een lamp van stroom te voorzien. In het achterste gedeelte van de lampbehuizing bevinden zich kappen die voor de toegang tot de interne componenten van de lamp zorgen. Er worden pakkingen geïnstalleerd om de verbinding tussen de koplampen en de behuizing af te dichten. Sommige koplampen hebben een massief ontwerp. Ze worden samen met de lichtbronnen vervangen. Interieurverlichting is niet voorzien van reflectoren.
• Schakelaars. Deze worden gebruikt om de overeenkomstige verlichting in te schakelen en de werkingsmodus te selecteren.
• Eindschakelaars. Deze voeren dezelfde functie uit als de schakelaars, met als enige verschil dat de apparaten automatisch ingeschakeld worden nadat er aan bepaalde voorwaarden voldaan wordt. Deze schakelaars worden op het rempedaal en de schakelpook gemonteerd om de automatische activatie van respectievelijk de rem- en de achteruitrijverlichting te garanderen.
• Elektrische kabels. Deze worden gebruikt om spanning te leveren van het boordnetwerk aan de lichtbronnen.
• Relais. Deze vormen een belangrijk element van het elektrisch circuit. Ze zijn verantwoordelijk voor de levering van spanning aan bepaalde onderdelen van de uitrusting.
• Zekeringen. Deze beschermen het circuit en elektrische uitrusting tegen spanningspieken.
• Stelmechanismen. Deze kunnen handmatig of automatisch werken. Ze passen de richting en het door de koplampen verlichte gebied aan, rekening houdend met de belasting van het voertuig.

Onderhoudstips

• Gebruik enkel het soort lampen dat aanbevolen wordt door de autofabrikant. Componenten die te krachtig zijn, vernielen de interne onderdelen van de lamp.
• Zorg ervoor dat alle aansluitingen stevig vastgemaakt zijn en dat de lamp strak in de fitting past. Een onbetrouwbaar contact kan leiden tot het doorbranden van de componenten.
• Reinig lampen niet met een droge doek. Ze zijn gemakkelijk te krassen. Verwijder vuil steeds met een pluisvrije doek, doordrenkt met water en autoshampoo.
• Span regelmatig de bevestigingen aan om de effecten van vibratie te verminderen.
• Als u regelmatig over ruw wegdek rijdt, breng dan een speciale folie aan op de koplampen en lichtverspreiders.
• Stel de koplampen af na de installatie van banden of wielen met een andere maat. Hiervoor beschikken de koplampen over speciale stelbouten.
• Polijst de koplampen af en toe om de verspreider helder te maken. Het is beter om dit te laten doen in een garage.

Symptomen van defecten

Een duidelijk symptoom van een defect verlichtingssysteem is een gebrek aan reactie van het overeenkomstige apparaat bij het inschakelen. Als er slechts één lamp niet werkt, is de lamp zelf wellicht het probleem. Als er verschillende lampen tegelijk niet werken, moet u de schakelaar of de zekering controleren. Flakkerende lampen en flitsen wanneer u over een obstakel rijdt, duiden op slecht contact in de fitting of onjuist vastgemaakte aansluitingen. Het beslaan van lampen kan duiden erop duiden dat hun kanalen niet langer waterdicht zijn. Dof licht is vaak een symptoom dat de reflector afschilfert of dat er krassen en schuring op de verspreider zijn.

Oorzaken van defecten

Defecten aan het elektrische systeem, zoals doorgebrande fittingcontacten en een defect relais of zekering, gaan gewoonlijk gepaard met een onstabiele spanning in het elektrisch circuit. Een spanningspiek kan op zijn beurt echter veroorzaakt worden door een defecte dynamo of een poging om de auto te starten met behulp van de accu van een ander voertuig terwijl de motor draait. Vele defecten treden op door zware schokken veroorzaakt door botsingen.

Autodoc.nl: enkel hoogwaardige auto-onderdelen

U kunt altijd verlichtingselementen kopen aan een spotprijs in onze online winkel. Benader onze klantendienst om er meer over te weten te komen.