Automaterialen TOYOTA CORONA

TOYOTA CORONA Info over het model – de juiste reserveonderdelen uitkiezen

Toyota Corona is de auto uitgebracht door de Toyota groep van 1957 tot 2001. De productie van het model werd enkel in de Japanse fabrieken in de prefectuur Aichi georganiseerd.

Toyota Corona T10 was oorspronkelijk gebouwd voor de buitenlandse markt. De eerste generatie wagens werd uitgebracht in de carrosserie van een sedan. De auto kreeg expressieve herkenbare vormen en een comfortabel interieur, en werd daardoor in meerdere landen populair als taxivoertuig.

De presentatie van de tweede generatie vond plaats in 1960. Toyota Corona T20/T30 waren beschikbaar als sedan, coupé en stationwagen. De ontwikkelaars verhoogden het vermogen en de capaciteit van de motoren, en maakten de carrosserie lichter. Toch ondervonden klanten bepaalde mechanische problemen van het voertuig, en de ontwerpers waren genoodzaakt op het model drastisch te veranderen.

In 1964 vond een volledige reconstructie van de auto plaats: Toyota Corona T40/T50 verschilde enorm van zijn voorganger. Op hetzelfde moment werd het aantal beschikbare carrosserieën uitgebreid: sedan, coupé, bestelwagen, stationwagen en hatchback. De voorste bumper kreeg een rechthoekige metalen radiatorgrille.

De vierde generatie, de Toyota Corona T80/T90, verscheen op de markt in 1970. De ontwerpers verminderden het aantal carrosserieën: coupé, sedan en stationwagen. De bijgewerkte motorkap en de smalle metalen radiatorgrille maakten de auto vrij agressief. Het aantal modificaties werd aanzienlijk verhoogd, en de motoren werden heel wat krachtiger.

De vijfde generatie van Toyota Corona, de T100/T110/T120 die geproduceerd werd in 1973, was vooral populair in de VS, en de presentatie van de sportmodificatie Toyota Corona 2000 GT met verhoogd vermogen veroorzaakte enige beroering.

De zesde generatie van Toyota Corona, T130, startte in 1979. Het exterieur van de wagen werd hoekiger. De ontwikkelaars maakten de wielbasis korter en de carrosserie smaller. De auto kreeg rechthoekige koplampen en een kleinere radiatorgrille. Naast de drie standaard carrosserieën, was er ook een liftback beschikbaar voor de kopers.

De productie van de zevende generatie van Toyota Corona begon in 1983. De auto werd uitgebracht voor de Aziatische en Australische markten, en daarom werd de vervaardiging georganiseerd in Australië en Nieuw-Zeeland. De wagen verwierf geweldige populariteit in Hong Kong en Singapore.

De export van het model naar Europa was vrij klein. In Europese landen werden modellen met vierwielaandrijving verkocht, en in de Aziatische en Australische markten modellen met voorwielaandrijving.

De volgende generatie van het model ging in serieproductie in 1987. De auto kreeg een lichtjes kortere wielbasis en een lage bodemvrijheid. De voorzijde van de carrosserie werd accurater: de koplampen en de radiatorgrille werden versmald, en de voorbumper werd groter.

In 1992 werd op het autosalon van Genève de negende generatie van het Toyota Corona model voorgesteld. Deze kreeg positieve reacties op de Aziatische markten, maar werd niet verkocht in Australië. Het ontwerp van het exterieur bleef bijna onveranderd. De ontwikkelaars hebben enkel de radiatorgrille gestileerd en de bumper groter gemaakt.

De tiende generatie van het Toyota Corona model kwam in 1996 enkel uit voor de Japanse binnenlandse markt en enkel als sedan. De ontwerpers ontwikkelden drie uitvoeringen: Base Premio, Premio E en Premio G. Het meest opvallende kenmerk was de elektrisch bestuurde versnelling.